Een procedure starten bij de rechter. In het strafrecht begint een zaak met een dagvaarding of een oproep van de officier van justitie. Een civiel proces begint met een dagvaarding van de eiser aan de andere partij, of met een verzoekschrift aan de rechter.
Uitstellen van de behandeling of de eindbeslissing van de rechter.
Bevoegdheid van de rechter in bepaalde zaken.
Procedure om buiten het strafrecht lichte (verkeers) overtredingen af te handelen.
Ondertekend geschrift dat als bewijs kan dienen. Alternatieve sanctie - Alternatief voor een gevangenisstraf of een boete. Iemand die een taakstraf krijgt, moet onbetaalde arbeid verrichten; iemand die een leerstraf krijgt moet verplicht een bepaalde cursus of training volgen.
Hoger beroep. Wie het niet eens is met een rechterlijke uitspraak kan een nieuwe uitspraak van een hogere rechter vragen. Appellant - Degene die in hoger beroep gaat.
Vorm van geschillenbeslechting waarbij niet de rechter, maar een of meer door de partijen zelf aangewezen scheidsrechters (arbiters) een uitspraak doen.
Rechtsgebied. Nederland is verdeeld in 11 arrondissementen.
Overeenkomst (schriftelijk of mondeling) tussen een werkgever en een werknemer dat de arbeidsovereenkomst ophoudt te bestaan.
Verplichte verklaring van een getuige op de zitting dat hij de waarheid zal spreken. Wie opzettelijk een valse verklaring aflegt, maakt zich schuldig aan meineed.
Geschrift waarmee een (bestuursrechtelijke) procedure tegen de overheid wordt ingesteld.
Een rechterlijke uitspraak in een civiele procedure die begint met een verzoekschrift. Ook: een besluit van een overheidsorgaan.
Uitreiking van gerechtelijke stukken, zoals een dagvaarding, een oproeping of een vonnis, aan een verdachte of een getuige.
De vraag welke rechter de zaak mag behandelen.
Een document of stuk dat een standpunt ondersteunt. Bewind - Wie onder bewind wordt gesteld, mag niet meer zelf weten wat hij met zijn goederen doet. Dat doet een bewindvoerder.
Persoon die door de rechter is aangesteld om te zorgen voor het vermogen of de goederen van een ander, die wegens zijn fysieke of geestelijke afwezigheid daartoe zelf niet meer in staat is.
Protest van een burger tegen bepaald overheidshandelen.
Kosten die een persoon maakt om zijn vordering te kunnen innen zonder dat er een rechter aan te pas komt.
Recht dat gaat over geschillen tussen burgers onderling, tussen bedrijven onderling of tussen burgers en bedrijven. Het civiel recht wordt ook burgerlijk recht of privaatrecht genoemd.
Zitting in een rechtsgeding. Comparitie van partijen - Partijen komen persoonlijk bij de rechter om informatie te geven.
Verrekening van de proceskosten.
Geeft aan welke rechter bevoegd is voor welke soort zaak.
Maatregel van de rechtbank om bepaalde personen en hun omgeving te beschermen. Het gaat dan vooral om personen die aan een geestelijke stoornis lijden, teveel geld uitgeven of alcoholverslaafd zijn.
Persoon die de rechtbank aanwijst om op te treden namens iemand die handelingsonbekwaam is (onder curatele is gesteld).
Oproep om voor het gerecht te verschijnen.
Ambtenaar die dagvaardingen en andere exploten uitbrengt en zorgt voor ontruimingen, inbeslagnemingen en executoriale verkopingen. Een deurwaarder kan ook optreden als proces- of rolgemachtigde en rechtsbijstand verlenen.
Geschrift waarin de deurwaarder een vordering bekend maakt en dat aan een persoon wordt gegeven (betekend).
Verplichte verklaring van een getuige op de zitting dat hij de waarheid zal spreken.
Verzamelnaam voor officiële stukken die alleen een gerechtsdeurwaarder kan uit brengen, bijvoorbeeld een dagvaarding.
Het bedrag waar het geschil om gaat.
Procesvertegenwoordiger.
Rechtsprekende instantie. Bijvoorbeeld: rechtbank, gerechtshof, Hoge Raad.
Groep van ervaren personen in een bepaalde branche die problemen oplost zonder dat de rechter erbij komt. De geschillencommissies behandelen bijvoorbeeld klachten van consumenten over producten en diensten.
Persoon die in een gerechtelijke procedure een verklaring aflegt met betrekking tot feiten die bewezen moeten worden.
Administratieve afdeling van een gerecht.
Persoon die een verslag maakt van de zitting en de rechter ondersteunt bij het schrijven van een vonnis.
Bedrag dat aan een gerecht moet worden betaald als men een civiele of bestuursrechtszaak start.
Vorm van vrijheidstraf die bijvoorbeeld wordt opgelegd bij overtredingen of bij het niet betalen van een boete.
Mondelinge, vaak openbare gedachtenwisseling over een rechtsgeschil die vooral is bedoeld om de behandelend rechter nadere informatie te verschaffen.
Verzamelnaam voor wie bij de rechter komt (eiser, gedaagde, verdachte, verzoeker etc).
Alleensprekende rechter die zaken als overtredingen uit het strafrecht, arbeidszaken, huurzaken en civiele zaken onder de € 25.000,00 behandelt.
Procedure om in een spoedeisende zaak snel een (voorlopige) beslissing van de rechtbank te krijgen.
Beschermingsmaatregel voor wie niet zelf niet meer voor zijn persoonlijke (niet-financiële) belangen kan zorgen.
Vonnis dat de rechter meteen na de behandeling uitspreekt.
Procedure om buiten het strafrecht om lichte verkeersovertredingen administratief af te doen.
Vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie in de rechtszaal. De officier van justitie heeft de leiding van het opsporingsonderzoek in strafzaken.
Het benoemen van een bewindvoerder voor wie zelf niet meer goed kan zorgen voor zijn eigen financiën.
Het benoemen van een curator voor wie zelf zijn niet meer goed kan zorgen voor zijn financiële en persoonlijke zaken.
Een uitspraak is onherroepelijk als de rechtzoekende geen beroep of cassatie meer kan instellen. De zaak is dan helemaal afgedaan.
Organisatie die leiding geeft aan het opsporingsonderzoek van de politie en verdachten vervolgt.
Dwingend verzoek om voor de rechter te komen als partij of getuige.
Alle mogelijke rechtshandelingen in een proces.
Griffierechten en een deel van de werkelijk gemaakte kosten voor rechtsbijstand.
Bedrag dat de verliezende partij moet betalen aan de winnende partij. Het gaat dan om kosten die gemaakt zijn voor een advocaat en griffierechten.
Gefinancierde rechtshulp.
Rechtsgebied. Nederland is onderverdeeld in 4 ressorten, die vervolgens weer zijn onderverdeeld in arrondissementen (11). Elk ressort heeft een eigen gerechtshof.
Een lijst van zaken die op de rolzitting worden behandeld. Op die lijst staat ook welke stukken de partijen moeten uitwisselen.
Soort zitting in civiele zaken. De rechter kijkt op die zitting op de procedures en regels in orde zijn. Ook worden stukken van de partijen uitgewisseld.
Tussentijdse overeenkomst tussen partijen waarmee het conflict is opgelost, voordat de rechter een uitspraak heeft gedaan.
Vonnis waarbij de rechter geen eindbeslissing geeft, maar bijvoorbeeld een bewijsopdracht of onderzoek beveelt.
Toets van het gerechtshof om te kijken of een zaak van een kantonrechter voor hoger beroep in aanmerking komt.
Niet verschijnen van de gedaagde of de verdachte op de rechtszitting.
Veroordeling die wordt uitgesproken terwijl de gedaagde of verdachte niet op de zitting is.
Aantal dagen dat de veroordeelde moet vastzitten als hij zijn boete niet betaalt.
De verdediging tegen vorderingen van de eiser of tegen de verzoeken van de verzoeker in een gerechtelijke procedure.
Bezwaar tegen een uitspraak dat iemand kan indienen die bij verstek (afwezigheid) veroordeeld is.
Een uitspraak in een procedure die begint met een dagvaarding.
Een voorlopige beslissing in spoedeisende zaken als voorschot op de eindbeslissing of als tijdelijke regeling tot de eindbeslissing er is. Bijvoorbeeld de voorlopige regeling bij wie de kinderen verblijven tijdens de behandeling van de echtscheidingsprocedure. Zie: [[Kort geding.]]
Bedrag dat betaald moet worden om in beroep te kunnen bij de kantonrechter.